De vereniging is opgericht op 1 januari 1963 als Vereniging van Volkstuinders Krommenie, kortweg VTV Krommenie genaamd. Door de toenmalige gemeente Krommenie werd een stuk grond ter beschikking gesteld naast de tennisbanen aan de Rosariumlaan. Het Rosarium complex telde aanvankelijk 55 tuinen van elk 100 m2. In 1987 is de vereniging verhuisd naar een nieuw complex aan de Westdijk omdat de gemeente Zaanstad woningen wilde bouwen aan de Rosariumlaan. Het oude complex bleef echter in gebruik door leden die niet wilde meeverhuizen naar de Westdijk. De woningbouwplannen zijn echter nooit doorgegaan en in het bestemmingsplan van 2009 definitief geschrapt. Sindsdien beheert de VTV Krommenie twee complexen.
Dit verhaal beschrijft de ontwikkeling van het terrein aan de Westdijk. We zien nu een fraai complex, maar wat hebben deze pioniers gedaan om een stuk gefreesd weiland zover te krijgen, van welk werk we nu kunnen genieten!
Het terrein wordt gehuurd van de gemeente Zaanstad. Het complex was in eerste instantie bedoeld als dumpterrein van bagger, daarvoor was vanaf de Haansloot en de Indijk al een middensloot op het terrein aangelegd, zodat aan beide kanten kon worden gelost vanaf dekschuiten. Na protesten van omwonenden is hiervan afgezien; de gemeente wilde een permanente pomp op het weiland instaleren, uiteindelijk heeft het protest hiertegen tot aan de Hoge Raad gevoerd, waar de omwonenden gelijk kregen. In 1987 kon VTV Krommenie het terrein betrekken.
De eerste 5 jaren was er een Gebruiksovereenkomst met de gemeente, dat wil zeggen dat pas vanaf 1992 huurbetaling verplicht was.
(Foto gezicht vanaf de Westdijk ter gelegenheid van de opening in 1987)
De tuin is geopend op 30 april 1987, Koninginnedag. Op dat moment waren paden aangelegd, greppels gegraven (Ben Martens) en een indeling gemaakt, en hiermee een 75-tal tuinen gecreëerd, die allemaal direct waren verhuurd. Er was echter wel de nodige discussie tussen de kandidaten wie wáár op de tuin een plekje kon krijgen (bij of juist ván het water bijvoorbeeld), voor het toenmalige bestuur (onder voorzitterschap van L. de Boer, kort later Kees Brussel; secretaris Anne ten Cate) een aardige klus om dat vast te stellen. Langs de sloot aan de Westdijk werden een haag geplant en rondom een rij wilgen. Een van de pioniers, Mar Blonk, was lid van een wilgenknot groep, de takken van elders konden mooi door hem worden geplant. Een hek aan de Westdijk en een publicatiebord waren er direct.
De strijd tegen het water is een voortdurende zorg geweest en nóg steeds. Als het een keer flink regende stond de hele tuin blank. Er moest direct een pomp worden geplaatst voor de afwatering. De eerste was een dieselpomp aan de Indijk, de achterzijde van de tuin. Zoiets werd met eigen handen gebouwd, veelal door Roel Zwart (dé technische man in die tijd). Er werd een houten huisje naast geplaatst ter beschutting van de pompbedienden, want als het flink geregend had toog een ploegje naar de tuin om alvast de afwatering aan te zetten…. je moest er wel bij blijven. Het water werd uit de middensloot naar de Indijk gepompt. Er was geen elektriciteit op de tuin op dat moment, vandaar de diesel. Later kwam er wel netstroom binnen op de hoek bij de Westdijk en kon een elektrische pomp worden geplaatst, compleet met een dam in de sloot. Vanaf dat moment werd, in tegenstelling tot eerder, het water uit de middensloot naar voren getrokken. Vervolgens vindt het zijn weg in de Woudpolder en wordt via het gemaal bij de Woudaapmolen verwerkt of direct via de Nauernasche Vaart.
(Foto van de dieselpomp aan de Indijk)
Als je nu de tuin nadert zie je de slootdam met hekwerk en pomp en denkt….’dat zal wel door waterschap aangelegd zijn’, maar dat is dus allemaal vrijwilligerswerk geweest! Je realiseert je dan hoe belangrijk dit werk van onze vrijwilligers is geweest tot op de dag van vandaag.
(Foto van de pomp in rust met hekwerk en groene meterkast)
Op en in wat voor grond werken we eigenlijk? Op ons perceel van plm. 4500m2 treffen we verschillende situaties aan. De één zegt dat de grond makkelijk te bewerken is, de ander noemt zijn grond na de winter hard als beton. De een staat al gauw onder water na regen, andere tuinen zijn droger. Men kan stellen dat hoe verder je van de Westdijk richting polder/Indijk je gaat, hoe natter het wordt.
Onze tuinen maken deel uit van de Krommenieër Woudpolder. Het poldergebied wordt omsloten door waterwegen, de meeste daarvan zijn nog de oude waterlopen van voor het inpolderen dat eeuwen geleden is begonnen. Permanente bewoning in het gebied rond de polder is er ongeveer 1000 jaar geleden begonnen toen vanuit Uitgeest de veengebieden werden ontwaterd. De huidige polder is ontstaan toen in de 13e eeuw dijken werden aangelegd om het inklinkende land tegen de zee te beschermen (de Krommeniedijk, de Westdijk, de Indijk). In de Krommenieër Woudpolder zijn sporen gevonden van nederzettingen uit de lJzertijd, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de PostMiddeleeuwen. (bron: site Stichting Krommenieër Woudpolder)
Veen is dus het hoofdbestanddeel, maar denk ook aan de klei vanuit het Oer IJ. Deze rivier liep richting Krommenie en tijdens overstromingen werden lagen klei op het veen gebracht. Dit kleibezinksel wordt door de pioniers, zoals Henk van Elk, ‘kattenklei’ genoemd, een naam die hij niet kan verklaren maar klei waar hij, gezien de stugheid, niet met plezier aan terugdenkt. Inmiddels hebben we, door de eeuwen heen gevormd, dus een teellaag (voorzien van humus), klei en veen. Kenmerkend is dat door het slappe veen de grond nog steeds inklinkt, we zakken weg… ondanks het opbrengen van vele karrenvrachten mest en lagen compost. De teellaag is bij de meesten wel losser geworden, maar het spitten is nog steeds geen pretje! Over mest gesproken: sinds een jaar of 15 wordt regelmatig paardenmest bezorgd door de Hof van Reijne en andere paardenhouders, in de eerste jaren werd de mest persoonlijk door de toenmalige voorzitter Gerard Westerlaken verdeeld! Koemest komt jaarlijks van naburige boeren.
Opmerkelijk is dat het meeste onderhoudswerk wordt gedaan door de zogenaamde ‘maandagochtendploeg’. Waar op de meeste volkstuinen een verplicht rooster bestaat voor algemene dienst heeft zoiets op de Westdijk nooit bestaan. Steeds waren er genoeg enthousiaste mensen om sloten te onderhouden, gras te maaien en ander werk te doen. Door het wegzakken moeten de paden regelmatig worden onderhouden, dus de betonnen banden opgetrokken en de paden opgehoogd met schelpen en dergelijke. Bij de halfjaarlijkse ‘slootdag’ wordt de middensloot door de aangrenzende leden onderhouden en gezellig besloten. Naast het nuttige werk wordt dat óók altijd gecombineerd met een gezellig samenzijn.
Leden maakten van een stukje braakliggend terrein een bloeiende volkstuin, wie waren de voorgangers op de tuin? Velen, maar laten we er enkelen uit de beginjaren noemen. Kwam je 35 jaar geleden op de Westdijk dan zag je meteen rechts Jan Buma in zijn tuin. Hij was zeer vaak aanwezig en altijd in voor een praatje en gekkigheid. Voor velen was hij een gezellig aanspreekpunt en de verbindende persoon. Daarnaast was voorzitter Anne ten Cate was altijd beschikbaar als vraagbaak en voor praktische hulp.
De nieuwe volkstuin trok een grote diversiteit leden aan: ze kwamen uit alle hoeken van de samenleving qua achtergrond en beroepen. Wat hen bond was de behoefte om de handen uit de mouwen te steken in de buitenlucht. Vrijwel iedereen kwam uit Krommenie, de mannen waren duidelijk in de meerderheid. In de loop der jaren is dit langzaam veranderd. In 2022 zijn van de 71 Westdijk tuinen er 47 bezet door vrouwen en 24 door mannen! Het cliché beeld van de volkstuin als ‘oudere mannetjes bezigheid’ gaat niet meer op. Je hoort wel dat de aanwezigheid van meer vrouwen een andere sfeer geeft.
Zoals het in de hele samenleving veranderde qua opleidingen en beroepen uitte dit zich ook op de tuin. Het verloop was in het begin groot, er waren jaren dat driekwart van de aangetreden leden na een jaar weer opzegden. Men wist niet waar men aan begon. Toch wist men meestal de tuinen weer te verhuren. Over beide tuinen hebben we nu 107 leden, in 2022 starten 19 nieuwe leden, in 2021 waren dat er 13. Het grote verloop is blijvend.
De eerste leden begonnen enthousiast met vallen en opstaan op hun eerste tuin. Spitten en nog eens spitten en dan maar telen: bonen, aardappelen en sla waren vanaf het begin favoriet. De straffe wind die vaak over het open, kale terrein waaide was een forse tegenspeler; uiteraard naast de regen die voor overlast zorgde. Met de jaren zijn de eetpatronen veranderd en dat was ook op de tuin te zien. Bijvoorbeeld de courgette deed zijn intrede. Klimaatverandering is op de tuin duidelijk merkbaar. Bepaalde warmte minnende planten werden makkelijker te telen, zo werd me verteld door een van de eerste tuinders; in het voorjaar is het vaak wat natter en kouder, waardoor iets later moet worden begonnen.
Maar, wat was allemaal toegestaan om op de tuin te zetten? De grenzen werden verkend. Zo werden er wietplanten gesignaleerd, geiten, konijnen en kippen. Dát was niet de bedoeling en met het huishoudelijk reglement in de hand werden deze niet meer getolereerd. Dat heeft menige discussie opgeleverd. Een tuincommissie werd ingesteld om toe te zien of het onderhoud op de juiste momenten werd gepleegd. In het begin bestond nog de functie ‘tuin coördinator’ om dit in goede banen te leiden.
Naast het beheer van het eigen tuintje ontstond bij enkelen het streven naar iets gezamenlijks, ter bevordering van het sociale contact. Daartoe werd een ‘heemtuin’ ingericht. Een veld waarin bijzondere planten werden gezet, ook bedoeld als een visitekaartje bij de entree. Helaas….het 'project' heeft maar twee jaar bestaan, al gauw werd het overwoekerd door gras. Er was weinig interesse om hier samen aan te werken en de idealisten trokken hun conclusie, het veldje werd opgeheven.
Gezamenlijke, sociale activiteiten zijn er weinig geweest door de jaren heen. Van contact tussen leden van de twee tuinen is nauwelijks sprake. De initiatiefnemers hiertoe hebben dit als teleurstellend ervaren, begrijpelijk. In de leden enquête 2021 kwam naar voren dat de behoefte aan sociale contacten nog steeds niet groot is. Er zijn in het verleden op de Westdijk enige koffieochtenden georganiseerd en enkele jaren een plantjes ruilmarkt. Er heeft een aantal jaren een nieuwjaarsborrel traditie bestaan. Op bijgaande foto wordt het glas geheven ( de inhoud moest men zélf meebrengen!)
(Foto: Gerrit Geijsen, Jan Buma, Joop Brandhof, de coördinator (naam onbekend), Ber Jansen en Dick Rúger)
In de beginjaren was er sprake van enig vandalisme, ongenode bezoekers die wat glasschade aanrichtten en gemopper onder de leden. De leden waren vooral bevreesd voor de luilaknacht; in die jaren werden groepjes ingezet om wacht te lopen op de tuin. Enkele uurtjes per lid, uiteraard vergezeld van een borreltje. Gelukkig kon dit na een paar jaar worden afgeschaft en is van vandalisme daarna weinig sprake. Hopelijk blijft dat zo.
Er was behoefte aan een ruimte waar men gezamenlijk kon vertoeven en materialen en gereedschap kon opslaan. In 1988 werd een grote stacaravan geplaatst, deze was echter al in 1990 letterlijk ‘gevlogen’. Tegen een zware storm was dit niet bestand.
De opvolgers waren twee keten: één in gebruik als materiaalhok, de ander als kantine.
Tot 2010 hebben de keten gestaan op de tuin.
Het was tijd voor nieuwe berging en onderkomen. Vóór in 2010 werd gebouwd moesten er nog wel de nodige ambtelijke procedures worden doorlopen door het bestuur. Binnen het toen geldige bestemmingsplan ‘Krommeniedijk’ was er namelijk geen ruimte voor bebouwing. Her en der stonden er wel wat kleine kasjes. Het aangepaste plan staat maximaal omvang en hoogte van opstallen toe, de nieuwbouw kon voorjaar 2010 worden uitgevoerd. Vanaf dat moment waren óók kassen en opstallen voor leden toegestaan. De maten hiervoor staan strikt omschreven in het bestemmingsplan, het bestuur van de VTV is gehouden dit te handhaven.
Rond 2020 bleek dat deze gebouwtjes na 12 jaar echt aan vervanging toe waren, vrij snel na de plaatsing, ze vroegen te veel onderhoud. Verzakking en rotting maakten sloop en nieuwbouw nodig.
Tot zover een stukje geschiedenis van de beginjaren van onze Westdijk tuin die in 2022 35 jaar bestond. Vele actieve leden/pioniers hebben de tuin helpen opbouwen.
Ik realiseer me dat het onmogelijk is iedereen bij naam te noemen in dit artikel.
Geschreven door: Ad Rombouts, voorjaar 2022